Optellen met frietbakje en banaantje

45 + 38

*Hoeveel heb je eerst? - 45 (leg dat met je staafjes en blokjes)
*Ik schrijf het opnieuw op.
*We gaan 38 splitsen in tientallen en eenheden. Hoeveel komt er eerst bij? - 30 (doe dat erbij met je staafjes)
*We maken een frietbakje.
*Hoeveel zit er in ons frietbakje? - 75
*Hoeveel moet er nog bij? - 8
*Je kan er niet ineens 8 bij doen. We gaan de 8 splitsen.
*Hoeveel eenheden kunnen er nog bij om een tiental te maken? - 5
*Schrijf dat op bij de splitsing en leg 5 eenheden.
*Nu heb je 10 eenheden. Die kunnen we wisselen voor een staafje.
*Hoeveel hebben we nu? - 80
*Maak een banaantje rond de 75 en 5. Schrijf 80 op.
*Ik splits 8 in 5 en in? - 3
*80 en 3 is samen? - 83


67 + 15

*Hoeveel heb je eerst? - 67 (leg dat met je staafjes en blokjes)
*Ik schrijf het opnieuw op.
*We gaan 15 splitsen in tientallen en eenheden. Hoeveel komt er eerst bij? - 10 (doe dat erbij met je staafjes)
*We maken een frietbakje.
*Hoeveel zit er in ons frietbakje? - 77
*Hoeveel moet er nog bij? - 5
*Je kan er niet ineens 5 bij doen. We gaan de 5 splitsen.
*Hoeveel eenheden kunnen er nog bij om een tiental te maken? - 3
*Schrijf dat op bij de splitsing en leg 3 eenheden.
*Nu heb je 10 eenheden. Die kunnen we wisselen voor een staafje.
*Hoeveel hebben we nu? - 80
*Maak een banaantje rond de 77 en 3. Schrijf 80 op.
*Ik splits 5 in 3 en in? - 2
*80 en 2 is samen? - 82